Het West Nijl virus (WNV)is voor het eerst ontdekt bij een mens in Afrika. In Europa is het virus voor het eerst geïsoleerd in 1963. Echter in 1999 kwam het virus pas uitgebreid onder de aandacht toen er een uitbraak in Amerika plaatsvond. Snel verspreidde het virus zich over heel Noord Amerika waarbij zowel paarden als mensen geïnfecteerd werden. In 2002 waren er in Amerika inmiddels 15000 gevallen van WNV geconstateerd. WNV is inmiddels endemisch in Amerika.
In Europa bleef het bij incidentele gevallen bij paarden of mensen. In 2008 echter was er een uitbaak van WNV in Italië waarbij zowel paarden als mensen geïnfecteerd werden (77 paarden (waarvan 5 gestorven) en 2 mensen). Inmiddels is het virus in zuid Europa endemisch (blijvend aanwezig) en komt het langzaam naar het noorden met sinds september 2018 de eerste besmetting van een paard in Duitsland (deelstaat Brandenburg). Het is dus zeer waarschijnlijk dat het virus in de komende tijd ook in Nederland zal arriveren.
West Nijl virus is een zogenaamd arbovirus. Dat wil zeggen dat het virus overgedragen wordt door muggen. Het virus vermeerdert zich met name in vogels. De vogels worden er echter niet ziek van (met uitzondering van kraaien). De vogels worden gestoken door muggen waardoor de muggen geïnfecteerd zijn. De muggen geven het virus door wanneer ze vervolgens een paard of mens bijten.
Het paard en de mens zijn dead end hosts, d.w.z. dat ze het virus niet meer doorgeven. Dit betekent dat een paard met WNV niet besmettelijk is voor andere paarden.
De overdracht van het virus is seizoensgebonden en treedt voornamelijk op van juli t/m oktober in overeenstemming met de kenmerkende piekactiviteit van muggen.
Tussen de 5 en 15 dagen na infectie komen de eerste ziekte verschijnselen. De symptomen zijn; koorts, verlies van eetlust. Ongeveer 10 % van de paarden die geïnfecteerd zijn krijgen neurologische verschijnselen zoals slikproblemen, slecht zien , depressie, hoofd laten hangen of scheef houden, struikelen, spierzwakte, spiertrillingen, verlammingsverschijnselen, doelloos rondlopen, onvermogen om op te staan, convulsies en coma. 20 tot 60 % van de dieren met nerveuze verschijnselen sterft of moet geëuthanaseerd worden.
Er zijn 24 muggensoorten die het virus kunnen overbrengen. 8 van deze muggensoorten leven ook in Nederland. Een geïnfecteerde mug geeft het virus ook door aan zijn nakomelingen (verticale transmissie). Muggen hebben stilstaand brak water nodig om zich te vermenigvuldigen. Sommige levensstadia van de mug kunnen overwinteren en blijven het virus met zich meedragen om het in de zomer weer te verspreiden. Door veranderende landinrichting en klimaat ontstaat er in Nederland een betere leefomgeving voor de muggen. Blue Tongue is een virusziekte bij schapen en runderen die door muggen wordt overgebracht en tot voor enkele jaren geleden niet in Nederland voorkwam maar nu endemisch is.
Er is geen specifieke behandeling voor paarden met WNV. De paarden hebben vaak een dure intensieve ondersteunende behandeling nodig. De prognose voor paarden die niet zelfstandig kunnen staan is erg slecht.
Hoe kunt u het risico op infectie met WNV verkleinen.
Probeer blootstelling van paarden met de muggen te vermeiden door de dieren op te stallen bij zonsopgang en ondergang, ’s nachts geen lampen aan in de stal en door het verwijderen van stilstaand water en broedplaatsen van muggen.
Veel van deze maatregelen zijn praktisch niet uit te voeren. Gelukkig is er nu een eenvoudigere manier om het paard te beschermen nl. middels vaccinatie. Het geïnactiveerde vaccin is met succes in Amerika gebruikt om het aantal West Nijl virus gevallen te verminderen.
De basisvaccinatie bestaat uit 2 entingen met 3 tot 5 weken tussentijd. Vanaf 3 weken na de laatste enting is het dier beschermd. De bescherming duurt 1 jaar, echter de beste bescherming heeft het paard de eerste 9 maanden na vaccinatie. Het is dus raadzaam om paarden in februari-maart te vaccineren, zodat tijdens het muggenseizoen de beste bescherming geboden wordt.
Indien u met uw paarden naar een land gaat waar het virus endemisch is, is het aan te raden het paard te vaccineren. Echter met de recente uitbraken in Italië lopen de paarden in heel Europa een groter risico. Trekvogels vliegen van Afrika naar Europa en kunnen zo de infectie over heel Europa verspreiden. Dit samen met het toenemend aantal muggen maakt dat de vraag niet meer is of we WNV in Nederland krijgen maar wanneer………………